Vergankelijkheid

We zien pas de waarde van iets in als het besef doordringt dat we het gaan verliezen.

Zo hield onze oudste zoon zijn haar altijd gemillimeterd. Tot hij begreep dat mannen meestal kaal worden met de leeftijd. Vanaf dat moment liep hij rond met een weelderige krullenbos. Daarom zou ik ook willen zeggen tegen vrouwen die zich aan haar op ongewenste plekken ergeren: koester dat haar. Het groeit daar (welig) omdat u jong bent. Tegen de menopauze zal het vanzelf uitdunnen. U zult het nog missen! Zoals Hans Lodeizen dicht:

"je hebt haar: wees blij dat het blond is
je hebt tanden: ze zijn nog bijna wit
je hebt voeten: ook al zijn ze dan ongewassen
en lange harige benen, afgrijselijk geluk
handen met gave vingers zonder eelt
je hebt verstand dat rusten kan en denken:
'dit alles is maar een tijdje, dan ben je dood.'"

In de liefde is dat nog meer zo. Hoeveel mannen hebben zich niet voor het hoofd gestoten toen hun vrouw de koffers pakte. Hàdden zij meer tijd met haar doorgebracht! Hàdden ze op tijd ingezien hoeveel ze van haar hielden...

Maar het duidelijkste blijft toch het leven zelf. In het aanzien van de dood vergeten wij de jaren van onverschilligheid, de momenten wanneer we twijfelden, het niet meer zagen zitten. Het leven is opeens de moeite waard om geleefd te worden, volop.

Nergens wordt dat besef van vergankelijkheid zo gevierd als in het oude Japan. In schilderkunst en schone letteren wordt de menselijke levensloop verbeeld als de kersenbloesem. Hij bloeit uitbundig maar verwelkt in een ogenblik. De moderne Japanners trekken er nog iedere lente massaal op uit om de bloeiende kersenbomen te bewonderen. Aan hun voeten worden feesten gevierd. Nu moet het, nu, want morgen is het te laat. Morgen vliegen de bloemblaadjes in de wind in sierlijke arabesken, tot ze de grond raken en verzuipen in de modder. Net als die bloesems is het leven mooi en teer. Om er met eerbied voor te knielen en met heel ons hart lief te hebben.




Liva Elders