Rouw in het Oude China
In 1999 heeft een postbus 51 campagne het weer heel duidelijk gemaakt: het verlies van een dierbare verwerk je niet van de ene dag op de andere. Het is nog maar de vraag of je het überhaupt ooit verwerkt.
Tot enkele decennia geleden was het in onze contreien gebruikelijk om een vaste tijd te rouwen. Je had de halve, de lichte, en de zware rouw. De laatste generaties hebben zich willen onttrekken aan wat ze een verstikkende plicht vonden. Door de ideële wens om iedereen alle vrijheid te gunnen hebben ze korte metten gemaakt met het verplichte karakter van het rouwen. Daarbij zagen ze over het hoofd dat daar de gemeenschappelijke erkenning in schuil ging. En als de gemeenschap er niet achter staat dat je een jaar droevig doet, dan zoekt je verdriet wel andere (ongezondere) uitwegen om tot uiting te komen. Want het blijft een opgave om zich te laten gaan in het bijzijn van derden als deze daar raar op reageren. Nu zijn wij zover dat we het probleem hebben onderkend. De bedoeling is natuurlijk niet om weer te vervallen in het strakke keurslijf van de rigide wetten van weleer. Wij worden als gemeenschap aangesproken om een ander de tijd (ZIJN tijd) voor rouw te gunnen. Het moet afgelopen zijn met houdingen als: "Ben jij daar nòg niet overheen?" en met het zich benauwd voelen omdat iemand jaren na het overlijden van zijn dierbare een traantje weg moet pinken. Het moet weer gewoon worden, om te kunnen zeggen: "Ja, ik heb verdriet! Ja, het doet nog zeer!" Het is immers niet niks, de dood. Er moeten in onze jachtige wereld tijd en ruimte worden gemaakt om een zwaar verlies rustig te kunnen verwerken. Iedereen zal op den duur wel doordrongen raken van het feit dat je dat niet in weken of maanden kunt meten (soms begint het verwerken dan pas) maar in jaren.
Zo was het ook in het oude China. De Liji, het boek van de etiquette, één van de 13 Chinese klassieken, gecompileerd in de eerste eeuw v.C., bevat waardevolle richtlijnen voor het rouwen. We lezen dat de voorgeschreven tijdsduur voor het rouwen van de ouders drie jaar was. Dr. B.J. Mansvelt Beck, een autoriteit op het gebied van Chinese cultuurkunde en filosofie, legt uit dat de bedoeling waarschijnlijk: "tot in het derde jaar" moet zijn geweest. Het jaar van overlijden als eerste tellende, kwam je op maximaal 25 maanden.
In het hoofdstuk "Vragen over de riten van de drie jaar durende rouw" lezen wij: "Hoe groter de wond, hoe langer ze blijft; en hoe pijnlijker het is, hoe langzamer het geneest. De drie jaar durende rouw {...} is bedoeld om de hoogste graad van verdriet te markeren." en: "Tussen Hemel en Aarde bevatten alle levende wezens die bloed hebben en ademen een zekere hoeveelheid kennis. Allen weten ze hun soortgenoten lief te hebben. Neem de grotere vogels en dieren: als een van hen zijn partner verliest, gaat hij, na een maand of een seizoen, zeker terug naar zijn oude stek. Hij draait in het rond, schreeuwt, beweegt nu eens, en stopt dan weer, en ziet er belemmerd en onzeker uit in zijn bewegingen, vóór hij de plek kan verlaten. Zelfs de kleine vogels zoals zwaluwen en spreeuwen, schreeuwen een beetje vóór ze de plek verlaten. Maar tussen alle wezens met bloed en adem, heeft er geen één zo`n intelligentie als de mens; en daarom blijven de gevoelens van de mens over de dood van zijn naasten onuitgeput zelfs tot aan zijn eigen dood." Het gaat verder: "Zal iemand het voorbeeld volgen van die mannen die zich laten leiden door hun lage begeertes? In dat geval, wanneer een familielid overlijdt in de ochtend, zal hij hem tegen de avond vergeten hebben. Maar als we het beloop van zulke mannen volgen, zullen we zien dat ze niet zo goed zijn als vogels en dieren."
Meer over dit onderwerp kunt u lezen in het hoofdstuk "Pleidooi voor rituelen" die Carine Defoort heeft geschreven voor de bundel Hemel en aarde verenigen zich door rituelen, C. Defoort & N. Standaert, Pelckmans 2003.
Tijdens de rouw was er ook een ceremonie om te proberen de ziel terug te laten keren. Voor die gelegenheid werden er indrukwekkende gedichten voorgezegd. één daarvan was toepasselijk "Oproep aan de Ziel" genoemd, uit de bloemlezing "Liederen van Chu". http://davidelders.nl/columns/3