Onder de groene zoden

Illustratief voor de motivatie en de positie van veel nieuwe uitvaartondernemers is David Elders, uitvaartondernemer en tevens filosoof:

“Filosofie is een vak waarin veel over leven en dood wordt nagedacht. In feite is de dood de enige reden dat we in ons leven keuzes moeten maken. Omdat je doodgaat kun je gewoon niet alles doen. Daarmee geef je ook zin aan je leven. Die filosofische stelling breng ik in de praktijk met mijn uitvaartonderneming, waarin je zelf kunt kiezen voor het soort einde, de rituelen en gebruiken, die je rond dat afscheid wil laten uitvoeren. Ik wil graag dat mensen de mogelijkheid hebben invloed uit te oefenen en hun uitvaart zelf te bepalen. Ik begin me steeds meer te realiseren hoe belangrijk het voor de verwerking is dat je afscheid neemt op de manier waarop het voor jou zin heeft. Tevredenheid over de uitvaart is een belangrijk begin van de rouwverwerking. Je kunt er niet voor kiezen, dus dan moet je het maar zo goed en zo passend mogelijk maken. Je moet met het sterven in het reine komen en daar vrede mee hebben.

Ik heb veel gereisd en op die reizen ben ik getuige geweest van veel crematies en begrafenissen. Dat heeft meegespeeld in mijn verwondering over de Nederlandse uitvaartcultuur. In andere culturen speelt de dood een grote rol. Het feit dat men dat erkent, maakt dat men er ook mee om kan gaan. Hier is er het probleem dat men dat niet erkent. Het meest opvallende bij uitvaarten van moslims en hindoes is dat alle emoties worden geaccepteerd. Niet iedereen huilt, er wordt ook gelachen en gepraat. Hier lijkt een code te bestaan, waarbij ook de emoties gereguleerd worden.

Het probleem is dat de dood in het normale leven geen plaats heeft. Het is een cliché, maar alles gaat dood. Het hele fenomeen van verval en dood hebben wij verbannen uit het leven, terwijl het een van de meest essentiële kenmerken van het leven is. Maar hoe breng je dat besef terug? Als je alleen met de dood in aanraking komt in de laatste vijf dagen nadat iemand is overleden, dan is dat heel geforceerd. Daarom is het goed als mensen er eerder over nadenken. Het is gewoon de realiteit, je leeft echt geen seconde korter als je er af en toe over nadenkt. Ik zie een uitvaart als een spiegel van je leven. In de manier waarop je dat invult, geef je visie op het leven. Je leven probeer je in te vullen op je eigen manier, je dood dus ook.

Het belangrijkste is er zelf actief mee bezig te zijn: door het beschilderen van een kist, door het schrijven van de toespraak of het kiezen van de muziek. Dat doet iedereen toch ook bij een geboorte? Dan bedenk je je waar de bevalling zal zijn, welke kaartjes er verstuurd worden en wie erbij mag zijn. Ook in een ander opzicht gaat die vergelijking op. Zowel bij de geboorte als bij het sterven gaat het om een intensieve persoonlijke begeleiding. Maar vroedvrouwen werken in een praktijk met een grootte van één tot vier mensen. Dat geeft een zekere garantie op individuele en persoonlijke begeleiding. Bij uitvaartondernemingen is het een heel andere kant uitgegaan: die zijn vaak veel groter, zodat er per definitie een mindere mate van persoonlijke begeleiding kan zijn. Vaak heeft de uitvaartleider zelf een idee hoe een uitvaart zou moeten lopen. Hij heeft een eigen definitie van eerbied en respect. Maar iedereen heeft daar ideeën over. In onze samenleving hebben we de vrijheid eigen definities te bedenken en uit te voeren. Maar een meer persoonlijke benadering van mensen hoeft helemaal niet te leiden tot extreme wensen. Het betekent wel dat we er losser mee omgaan.

Op zich zou het beste zijn een uitvaart helemaal zelf te regelen. Maar het nadeel is dat je dan zelf minder in de gebeurtenis op kunt gaan. Je moet voortdurend aan allerlei dingen denken en tegelijk heel zakelijk zijn. Veel mensen zijn in zo’n emotionele toestand dat ze niet bij machte zijn zo nodig de - zakelijke – discussie aan te gaan. Bij zo’n belangrijke gebeurtenis moet je eigenlijk geen besognes aan je kop hebben. En dat is de rol van de uitvaartondernemer, die moet dat mogelijk maken.”